Dinsdag 1 januari
Gelukkig nieuwjaar, hopelijk wordt het een gezond en succesvol hondenjaar.
Het nieuwe jaar begint al goed, Darcy wil niet eten en Maddy ook niet. En June? zij wil best het portie van de andere twee ook opeten. Gelukkig hebben ze ‘s middags hun eetlust weer terug, jammer genoeg voor June. June, Wil, Darcy en Maddy zijn in de duinen geweest en June heeft zich prima vermaakt met het achterna jagen van een vos. Helaas voor Maddy, zij was aan de riem.
Woensdag 2 januari
Ree of vos?
Weer gaan June en Maddy er vandoor, luid jankend rennen ze achter een ree of vos aan. June is vrij snel terug. Bij Maddy duurt het even, Wil in de zenuwen, want een loopse Maddy weg is niet fijn. Daarna houdt hij haar toch maar regelmatig aan de riem. Ik moet eerlijk zijn zelf heb ik haar ook nog niet veel aangelijnd. ‘s Middags krijgt June ineens last van haar oog. Ze houdt het dicht en het doet zeer.
Donderdag 3 januari
Hoe zit het met de loopsheid?
Maddy zit nu op de 17e dag ongeveer. Eenmaal buiten gaat Maddy pontificaal voor June staan, staart hoog opzij en zo loopt ze voor June uit. Met een hoogzwieberende staart. Oeps er komen twee Flatcoats aan en het zijn reuen dat kan ik aan hun houding zien. Snel probeer ik Maddy vast te maken. “Ze is loops”, zeg ik tegen het baasje van de Flatcoats. Zij heeft moeite om haar honden te pakken. Maddy probeert ze dapper af te snauwen, toch wel. June doet het beter en is heel fel. En zo hebben we beiden onze honden te pakken en kunnen we verder.
Rood oog
June’s oog toont nog geen verbetering, wat is dit nu weer? Gisteren zag ik al dat het oogwit flink rood is. Ze houdt haar oog stijf dicht. Maddy wil weer niet eten en haar buik gaat flink tekeer. Daarom loop ik met deze twee een klein rondje, June wil niet eens mee en Maddy is ook niet haarzelf. Onderweg, wanneer ik een beloning geef, houdt June iets haar oog open en ik schrik, wat ziet het er naar uit? ik word er helemaal zenuwachtig van en als ik thuis ben bel ik de dierenarts. Tuurlijk heb ik mijn mobiel weer eens niet bij me anders had ik het meteen kunnen doen.
Geen dierenarts
Thuis kijkt Ella ook naar June’s oog en zij weet me over te halen om het nog even aan te kijken. Dit heeft wel eens vaker verkeerd uitgepakt! Maddy eet niet, gelukkig tussen de middag wel, want Ella heeft kip en rijst gekookt en dat lust ze wel. Met June’s eetlust is niets aan de hand. Wel geef ik rond 14.00 uur een pijnstiller. Ella en ik spreken af om niet zolang te lopen ‘s middags. June wil weer niet mee, maar eenmaal buiten heeft ze het beter naar haar zin dan ‘s morgens. Maddy heeft het ook prima naar haar zin en is ondeugend, andere honden zien we niet en ze mag los.
Erg ondeugend
Bij het fietspad waar de honden altijd moeten wachten steekt Maddy zo over. Niet weer dame, nu kom je terug en ga je zitten bij het fietspad. Wat gisteren niet lukte lukt nu wel. Even later is ze aan het graven en wil niet komen. Ik moet er naar toe en lijn haar aan. Door al dit gedoe is het al 17.15 uur en bijna donker. We lopen op het fazantenpad en Ella zegt: “Zullen we Maddy aanlijnen”. “Goed plan”. June is al aangelijnd. Maddy komt aan gerend en Ella roept: “Maddy hier”. Nee hoor, met een noodvaart rent ze ons voorbij en rent de duinen weer in. “Dat ging lekker mam, veel overwicht heb je”. “Bij het fietspad lijnen we haar echt aan”, zeg ik. Bij het fietspad fluit ik Maddy en ineens komt ze aangerend. “Maddy hier!” Nee hoor, Maddy rent me zo voorbij, rent het fietspad over en verdwijnt weer in de duinen. Dit ging ook erg lekker.
Schrik van ons leven
Potverdorrie, dit is toch niet normaal. Het is ook bijna donker. Ella en ik roepen haar meteen weer, maar geen Maddy. We wachten even, maar geen Maddy. “Waar is ze nu?”, zeg ik tegen Ella. Via een ander pad, loop ik samen met June het stuk duin in. Ik wil June wel loslaten om haar te zoeken. Maar haar oog en het is bijna donker. Ik fluit en roep, maar niets. Ella roept ook, wel blijven we in de buurt van het punt waar ze de duinen in rende. “Zal ik anders bij de auto kijken”, zeg ik tegen Ella. “Doe ik wel”, antwoord Ella. “Blijf jij maar hier”. Ondertussen is het echt donker en ik blijf fluiten en roepen. Waar is ze nu? Ella komt terug zonder Maddy. Wat moeten we nu? Shit shit. We worden nu echt nerveus. Met June ga ik naar het fietspad en loop dit een stuk af. Ik fluit en roep voortdurend, dit is toch een strategische plek, zo loop ik tussen twee duingebieden in. Ella hoor ik ook steeds roepen, dus ze is nog niet daar. Ik ben zeiknat want de transpiratie, mijn benen trillen en ik heb dorst. Allerlei doemscenario’s flitsen door mijn hoofd, dit gaat ons toch niet overkomen! Ineens hoor ik wat, er komt iets op ons af. Is het echt? is het Maddy? Ja! ze rent naar me toe. Helemaal hijgend en blij. Ik lijn haar meteen aan en roep, “ik heb haar”. Maar Ella hoort me niet, naar later blijkt. Zo wat ben ik blij, ik moet ervan janken en Maddy kijkt me raar aan. Even staan we stil en knuffel ik haar, stomme hond. Ze ruikt naar aarde, heeft ze gegraven?
“Nog geen Maddy”?
vraagt Ella. “Ik heb haar”, zeg ik. “Heb je me niet gehoord”? Ella is ook zo blij! We gaan gelukkig weer met drie honden naar huis. Waar heeft ze toch uitgehangen? we zullen het nooit weten. Nog na trillend lopen we naar de auto. Thuis hebben de honden reuze honger. En ik word nog steeds niet blij van June’s oog. Al lijkt ze er nu iets minder last van te hebben, ze houdt het weer iets open en speelt weer met Maddy. Als ik naar ‘wie is de mol’ ga kijken komt ze bij me liggen. Maar eerst loopt ze naar Maddy’s mand. “Ze gaat toch niet Maddy halen hè?” Wel dus, want tuurlijk neemt Maddy de uitdaging aan. En ze gaan weer lekker klieren met z’n tweeën bij mij, terwijl ik tv wil kijken. Het geeft niets.
Vrijdag 4 januari
Het is echt mis
Wanneer ik opsta hoop ik zo dat het beter gaat met June’s oog, dat het niet meer zo raar eruit ziet en dat ze beter kijkt. Al snel wordt duidelijk dat het niet het geval is. Om 09.00 uur bel ik meteen de dierenarts en 10.15 uur kan ik langskomen. Met Darcy en June loop ik een klein rondje duin en we rijden meteen door naar de dierenarts. Bij binnenkomst ga ik meteen even naar het toilet, er is niemand te zien en maak June vast aan de verwarming. Wanneer ik terugkom zit de dierenarts al bij June en kon even goed in haar oog kijken. Eenmaal in de behandelkamer houdt ze het oog stijf dicht, zo wordt het wel heel moeilijk. Gelukkig komt Annemiek ook de behandelkamer binnen. Al snel wordt duidelijk dat het flink mis is. Eerst denken ze dat er een beschadiging zit en dat er al vaatgroei is? June krijgt een verdovingsdruppel, zo hopen ze dat ze haar oog even beter open houdt, dit valt tegen. “Geen vaatgroei”, zegt Annemiek. “Dat zie ik nu ook”, zegt Marloes. “Haar iris is helemaal verkleurd en wat is het gezwollen”. Ondertussen hoor ik dit aan en ik voel een lichte paniek over me heen komen. “Het hoornvlies is anders van kleur”, zegt Annemiek. “Ik hoorde van een vriendin dat er bijna geen oogarts te krijgen is deze week. Oké? Bizar! Toch probeert Annemiek Amsterdam te bellen, inderdaad geen oogarts. Annemiek zegt dat de iris ontstoken is en er is oedeem waardoor de pupil er troebel uitziet. In dit geval geeft men antibiotica druppels met prednison, maar het is heel belangrijk dat er dan geen beschadiging is. June krijgt fluorescerende druppels, hierdoor is een beschadiging goed te zien. Het licht gaat uit en Annemiek ziet geen beschadiging, dus het worden die eerder beschreven druppels en extra antibiotica tabletten en pijnstillers, want het doet echt flink pijn. Klopt ook! Ik kan er niets aan doen en moet huilen. Had ik toch maar gisteren gekomen en het ziet er zo naar uit. Annemiek stelt me gerust door te zeggen dat ik echt op tijd ben. Een oogarts zou dit ook voorschrijven. Maar hoe gaat dit aflopen? Maandag moet ik terug komen en binnen twee dagen moet June haar oog beter openhouden. “Is er wat en vertrouw je het niet, je hebt mijn nummer”. Wat is ze toch een schat. Hoe komt dit dan? soms kan er ineens een bacteriële ontsteking ontstaan, maar meestal komt het door een stomp letstel, tak of ergens tegen aangelopen of door een beschadiging.
Zaterdag 5 januari
Niet veel beter
Dat valt tegen, wanneer ik vanmorgen beneden kom zie ik nog niet veel verbetering in June’s toestand. Het lijkt wel of ze haar oog stijver dicht houdt dan gisteren. Wil vindt dit ook. Ik loop met June en Darcy een klein rondje in de duinen. Nog steeds houdt ze haar oog dicht, wel komt er troep uit. Ik word er zo nerveus van en ben zo ongerust. Thuis moet ik huilen, wat een ellende. Wil probeert me gerust te stellen door te zeggen dat we nog maar net een dag verder zijn en dat is ook zo. Braaf druppel ik de ogen, 6 x daags, geef de antibiotica en de pijnstilling. Ik zou haar zo graag meer willen geven. Rond het middaguur gaat het een beetje beter, ze doet haar oog iets meer open. Eerst dacht ik dat het erger was geworden, maar dat is volgens mij niet zo. We zijn iets geruster. Dat duurt niet lang, want ‘s avonds houdt ze haar oog weer flink dicht. Ik lees meer over uveïtis op internet, maar daar word ik ook niet vrolijk van. Wat een narigheid, als het morgen niet beter is dan bel ik de dierenarts. Morgen moet ik ook naar Hubertus om in te schrijven, maar zo heb ik er ook niet veel zin in en het geduld niet voor. Arme June en wat betekent dit voor haar oog?